Super verdrietig kwam de dochter van mijn vriendin uit school. “Noa wil niet met me afspreken,” zei ze half huilend. “Och lieverd, wat is er dan gebeurd?” “Ze zei dat ik altijd de baas speel! Maar dat ís niet zo! Ik speel nóóit de baas!”
Oef. Eigenlijk begreep moederlief Noa wel…
Haar dochtertje valt namelijk altijd iedereen in de rede. Trekt speelgoed uit andermans handen. Praat voor haar beurt. Zeurt als iets niet gelijk NU gebeurt. Geduld 0,0 zeg maar.
Samen spelen, dat is iets wat je normaal gesproken leert op de kleuterschool. Eerst speel je vooral naast elkaar en pas later mét elkaar. Dat vraagt afstemming op het andere kind. Maar als je kind nu een brein heeft dat anders werkt? Dan is het waarschijnlijk zo dat de sociale ontwikkeling van je kind ook nét even anders loopt. Iets langzamer bijvoorbeeld, of misschien zit er een verschil tussen weten en doen.
Om de beurt kunnen spelen is dan iets waarop kinderen vaak vast kunnen lopen. Dat heeft te maken met jezelf kunnen beheersen en met het kunnen inschatten van tijd. Het is soms voor kinderen heel lastig om op een goede manier het spelen af te wisselen, zodat er niet heel bepalend vanuit één kind gespeeld wordt. Kinderen krijgen toch al snel het gevoel dat ze ‘nooit’ aan de beurt komen. ‘Straks’ is te vaag en er is alleen ‘nu’.
Gelukkig kun je ook oefenen met ‘om de beurt’ spelen (en het geduld van je kind oprekken!).
Ga dus vooral spelletjes spelen met je kind, maar gebruik deze zes manieren om tijdens een spelletje te oefenen met om de beurt gaan (en geduld te oefenen):
- Trek namen uit een potje voor wie er aan de beurt is
- Gebruik een time-timer (of zandloper) voor hoe lang een beurt duurt
- Wie als tweede gaat mag een keer extra rollen
- Gooi met een dobbelsteen wie er aan de beurt is
- Raad een cijfer; wie het goed raadt mag eerst
- Geef complimenten als het goed gaat!
Is het voor je kind écht heel moeilijk om zo te spelen, dan zul je meer tijd moeten stoppen in het oefenen van ‘uitgestelde aandacht’ en ‘om de beurt’.
Je kunt dat bijvoorbeeld doen door een dobbelsteen te nemen om te kijken wie er aan de beurt is bij een spel. Op vijf kanten van de dobbelsteen plak je de naam van je kind (of de cijfers 1 t/m 5 staan bijvoorbeeld voor zijn naam). De zesde kant is voor jou. Dat bouw je vervolgens langzaam op naar 4-2, 3-3 en misschien zelfs omgekeerd: dat jouw naam er vaker op staat dan die van je kind.
Je kunt er ook een spelletje van maken: wiens naam boven komt, die krijgt een punt. Laat degene wiens naam boven komt rollen, de punten opschrijven.
Het is belangrijk dat het een positieve ervaring wordt, Dus als je kind een boze bui of zelfs meltdown krijgt, stop dan want dan werkt het spel alleen maar verkeerd.
In zo’n geval moet je opnieuw beginnen en het rustiger opbouwen, met kleinere stapjes. Je kunt dan bijvoorbeeld ook iedereen een punt geven, ongeacht welke naam er gerold wordt. Zo leert je kind dat het niet erg is als het niet zijn beurt is om te schrijven: hij of zij krijgt toch even veel punten.
Veel geduld en speelplezier gewenst!
Marsha Buuron leert ouders van kinderen met autisme wat hun kind nodig heeft om zich zo goed mogelijk te kunnen ontwikkelen. Meer informatie vind je op bijzonderbrein.nl
TIP: Lees ook de vorige blog van Marsha over ontprikkelen in de binnenspeeltuin!